Het verhaal

'Velours du Kasaï' of 'Kuba cloth' is gemaakt van zeer fijne vezels van de binnenkant van jonge palmboom bladeren, raffia genaamd. Deze vezels kunnen niet gesponnen worden zoals linnen of katoen, maar moeten worden geknoopt. Hiervoor moeten de vezels, die van nature uit hard en ruw zijn, eerst verzacht worden.

Het zijn de mannen van de Shoowa stam, die deel uitmaken van de Kuba, die verantwoordelijk zijn voor het telen, oogsten en voorbereiden van de raffia. Zodra de vezels klaar zijn, wordt het werk van weven en borduren toevertrouwd aan zwangere vrouwen. Zij besteden vele uren werk, soms zelfs jaren, aan het afwerken van de stof, waardoor het een uiterst waardevol object wordt.

Velours du Kasaï zijn kleine geschoren fluwelen tapijten, meestal vierkant. Ze zijn bedekt met geometrische patronen die overeenkomen met Kuba 'scarification'-patronen. De stof heeft, éénmaal klaar, verschillende functies: hij kan worden gebruikt als een geschenk, als valuta, of gebruikt worden bij ceremonies.