Het verhaal

Het Afar-volk heeft een eigen culturele en taalkundige identiteit en bewoont een duidelijk afgebakend gebied in de Afrikaanse Hoorn; een gebied dat gewoonlijk de Afar-driehoek wordt genoemd en dat verdeeld is tussen Ethiopië, Eritrea en Djibouti. Het Afar-gebied beslaat het noordoostelijke deel van Ethiopië.

De Afar zijn van oudsher veehouders die geiten, schapen en runderen houden in de woestijn.

De mannen beheren de kudde en het huishouden. De echtgenoot houdt zich bezig met het hoeden, melken en verkopen van de dieren (vaak na overleg met zijn vrouw). De vrouw daarentegen haalt water, maalt granen en bereidt het eten in huis.